Hoofdlijnenakkoord zegt niks over pensioenen
Zes maanden na de verkiezingen lag het er dan: het Hoofdlijnenakkoord van het mogelijk eerste kabinet Plasterk I, tenminste als het excuusbriefje van de PvdA-er in de grootste krant van Nederland geaccepteerd wordt door Pieter Omtzigt, want die twee hebben nog een appeltje met elkaar te schillen. Aanleiding daarvoor: een ritje in de dienstauto van de informateur dat de leider van Nieuw Sociaal Contract naar een stel journalisten in een Haags hotel bracht waarin hij hen meldde dat-ie het even voor gezien hield; z’n gesprekspartners van BBB, PVV en VVD en niet te vergeten de informateur zelf wisten van niks. Die laatste maakte daar vervolgens in het debat dat volgde op z’n eindrapport een smakelijke (of smakeloze) anekdote van. En bood daar dus onlangs zijn excuses voor aan.
Bedoeld hoofdlijnenakkoord bevat zo’n 25 pagina’s vol voornemers, rijp en groen door elkaar. Volgens de formule ‘eerst het zoet, dan (als we er tegen die tijd nog zitten) het zuur.’ Op allerlei terreinen, asiel en migratie voorop. Daarbij wordt bijvoorbeeld de recent aangenomen en inwerking getreden ‘Spreidingswet’ (die bijvoorbeeld het Groningse Ter Apel zou moeten ontlasten) weer ten grave gedragen.
Degenen die hoopten, of ervan overtuigd waren, dat in het akkoord ook het lot van de nieuwe Pensioenwet zou worden bezegeld, kwamen van een koude kermis thuis: ook met een vergrootglas is het woord pensioen niet te vinden. Bewijs van het feit dat de vier beoogde coalitiepartijen het op dat punt niet met elkaar eens konden worden, ondanks het feit dat drie van de vier vorig jaar nog tegen de wet stemden. Verklaring: of de VVD (die destijds voor stemde) hield z’n poot stijf, of de drie tegenstemmers vonden andere onderwerpen belangrijker. Een muur om Nederland bijvoorbeeld. Of meer geld voor boeren.
Volgens Nieuw Sociaal Contract (dat zich het laatste half jaar steevast laat horen op pensioenterrein) is pensioen daarmee een ‘vrije kwestie’ geworden waarover partijen het weliswaar niet eens zijn, maar elkaars ideeën ook niet zullen blokkeren. Dat opent op zich perspectieven. Want op die manier staat het alle coalitiepartijen vrij met voorstellen te komen en daarvoor, buiten de coalitie om, naar meerderheden te zoeken. Of andersom: om mee te stemmen met voorstellen van partijen uit die oppositie.
Lastig is wel dat de oppositiepartijen die destijds ook tegen de wet stemden (SP en 50+ voorop) er als de kippen bij waren om NSC even flink de oren te wassen: ‘Kiezersbedrog!’ Niet direct een start die hoort bij het samen zoeken naar alternatieve plannen. Aan de andere kant: zo gaat dat nu eenmaal in de politiek, waar jezelf profileren door je af te zetten tegen anderen nu eenmaal schijnt te horen bij de ‘ideeënstrijd’. Morgen is alles weer anders.
De Koepel Gepensioneerden blijft in de tussentijd haar lobby om de grootste belofte van de nieuwe Pensioenwet (koopkrachtiger pensioenen) waargemaakt te zien worden doorzetten. Voorzitter John Kerstens: ‘Daar kunnen we partijen die vóór de wet stemden op aanspreken terwijl het bovendien een van de grootste kritiekpunten van de tegenstanders van de wet is dat die koopkracht er vooralsnog onvoldoende uit komt. Als daar een stap in wordt gezet, zijn gepensioneerden (maar zij niet alleen) daar meer mee geholpen dan met allerlei andere voorstellen en ideetjes die ik nu zie, bijvoorbeeld om bij elk pensioenfonds een referendum te gaan organiseren. Dat is een recept voor gedoe dat bovendien zo goed als zeker te laat wordt toegediend. Want vergeet niet: ook zo’n voorstel moet eerst nog door de Tweede en de Eerste Kamer voordat er wat mee kan. Grote kans dat tegen die tijd de meeste pensioenfondsen al zijn overgestapt naar een nieuwe regeling. Een voorstel om pensioenfondsen meer ruimte te geven om een koopkrachtiger pensioen te realiseren, heeft juist dan nut. Want dat heeft structureel effect. In de portemonnee van mensen.’