Zorgen over uitvoering nieuwe Pensioenwet
Nu de Eerste Kamer zich buigt over de nieuwe Pensioenwet heeft de Koepel Gepensioneerden er (nog eens) op aangedrongen kritisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van de wet. Dat hoort niet alleen bij de taken van de Senaat wanneer ze een wet beoordeelt, daar is in dit geval ook alle reden toe.
Die uitvoerbaarheid kwam ook aan de orde tijdens het gesprek met voorzitter Ger Jaarsma van de Pensioenfederatie tijdens de recente Algemene Vergadering van de Koepel Gepensioneerden. Hoewel Jaarsma aangaf dat pensioenfondsen de wet “echt wel kunnen uitvoeren” (met als flinke disclaimer dat er ook dingen fout zullen gaan), zijn er inmiddels steeds meer signalen vanuit de pensioenwereld zelf dat het allemaal niet zo eenvoudig is. Minstens net zo zorgelijk zijn de signalen dat het straks misschien niet zozeer sociale partners en pensioenfondsen zijn die bepalen hoe de op de nieuwe wet gebaseerde pensioenregelingen eruit gaan zien, maar dat pensioenuitvoerders feitelijk gaan voorschrijven wat wel en niet mogelijk is. Inmiddels worden op meerdere plekken over en weer al brandbrieven gestuurd en stevige gesprekken gevoerd tussen pensioenfondsen en uitvoerders. Over of overstappen wel op de door sociale partners en fondsen gewenste datum kan bijvoorbeeld. Of over de door de uitvoerder daarvoor in rekening te brengen kosten (die uiteindelijk door deelnemers en gepensioneerden worden opgebracht).
Koepelvoorzitter John Kerstens: ‘Het in 2019 door kabinet, vakbonden en werkgevers gesloten pensioenakkoord zat voordevol beloftes. Van “iedereen gaat erop vooruit” tot “het wordt allemaal transparanter en duidelijker”. Bij de vertaling van dat akkoord in de nieuwe wet zijn bij al die beloftes nogal wat vraagtekens te plaatsen. Tot op de dag van vandaag blijft bijvoorbeeld onduidelijk of mensen er echt op vooruit gaan. Daarom hameren we daar als Koepel voortdurend op. Hetzelfde geldt als het gaat om die transparantie en duidelijkheid. De wet is zo complex dat ik al eens in de krant heb geroepen dat het “niet uit te leggen, amper uit te voeren en al helemaal niet te begrijpen is”. Laten we eerlijk zijn: bij het maken van wetten is de uitvoering ervan altijd een ondergeschoven kindje. Dat heeft de politiek zelf ook erkend. Maar daar dan ook conclusies uit trekken en werk van maken, dat gebeurt dan weer niet automatisch. En dat moet wel, want niet politici zelf maar burgers (in dit geval bijvoorbeeld gepensioneerden) worden de dupe als het fout gaat.’
Het belang van een goede uitvoering werd deze week nog eens onderstreept toen bekend werd dat deelnemers bij de pensioenfondsen PME (‘de grootmetaal’) en PFW (zorg en welzijn) slachtoffer zijn van een datalek.