Rijkere ouderen tonen genoeg solidariteit met jongere generatie.
Op de opiniepagina van het Financieele Dagblad van 19 mei is een ingezonden stuk geplaatst, aangeleverd door de heren Jaap van der Spek en Joep Schouten, co-voorzitters van onze Koepel. Zij reageren hiermee op de uitlatingen van professor Sigrid Hemels in het FD van 15 mei. Hieronder de tekst van de ingezonden brief.
Hoogleraar Sigrid Hemels betoogt dat rijkere gepensioneerden ook AOW-premie moeten betalen, om solidair te zijn met de jongere generatie, die de kosten van de coronacrisis moet dragen (FD, 15 mei). Zij stelt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Gemakshalve gaat zij eraan voorbij dat dit natuurlijk ook geldt voor rijkere werkenden, zoals hoogleraren, fiscalisten en advocaten.
Rijkere gepensioneerden hebben een AOW-premievoordeel ten opzichte van werkenden met hetzelfde inkomen en daarom moet hun premievrijstelling vervallen, stelt Hemels. Voor gepensioneerden met een laag inkomen moet er een toeslag komen. Nog een toeslagsysteem maakt de ellende bij de Belastingdienst alleen maar groter.
Hemels suggereert voorts ongelijke behandeling tussen jong en oud. Maar de gepensioneerden van nu hebben gedurende hun loopbaan hetzelfde percentage van hun salaris aan AOW-premie betaald voor de gepensioneerden van toen als de jongeren van nu. Voor zover de jaarlijkse ingehouden AOW-premies niet voldoende zijn om alle AOW-uitkeringen van een jaar te betalen, wordt de AOW-pot aangevuld vanuit de belastinggelden. Die aanvulling is nu ongeveer 33%. Rijkere gepensioneerden dragen daar vanwege de progressieve inkomstenbelasting en vermogensbelasting dus al aan bij.
Populisme
Hemels is niet wars van populisme. Ze vergelijkt een inkomen van €26.000 van een gepensioneerde met dat van een verpleegkundige die bij hetzelfde bruto-inkomen netto minder overhoudt omdat die wel AOW-premie betaalt. Het is niet erg smaakvol om midden in de coronacrisis, met overwegend mortaliteit van ouderen, juist deze groep als eerste en enige te vragen extra solidair te zijn.
De term ‘rijkere gepensioneerden’ is net zo’n karikatuur als die van de ‘kwetsbare ouderen, die ontzien moeten worden’. De financiële situatie van senioren is te divers om in een karikatuur af te doen en te complex om die vanuit één enkele beleidsmaatregel te benaderen.
Voor een goed debat over de financiële positie van senioren en de solidariteit tussen generaties is een meer integrale kijk nodig, waarbij behalve fiscaliteit ook onderwerpen als pensioen, wonen en zorg overwogen moeten worden.