Hoe kijkt de oud-werkgever naar zijn (oud)-medewerkers die met pensioen zijn of gaan?
Deze vraag staat boven een lezenswaardig artikel van de gezamenlijke commissie Zorg, Welzijn en Wonen. De commissie merkt dat de contacten tussen de oud-werkgever en de gepensioneerden niet altijd even “warm” zijn.
Is dat ook uw ervaring en op welke wijze kan daar verandering, beter gezegd, verbetering in worden aangebracht? De commissie doet daartoe een aantal suggesties. Bovendien kunt u hieronder een voorbeeld convenant downloaden dat kan worden gebruikt om bepaalde voornemens en afspraken vast te leggen.
Zie onderstaand de complete tekst:
De commissie Zorg, Welzijn en Wonen van onze koepel merkt dat de contacten tussen de oud-werkgever en de gepensioneerden niet altijd even “warm” zijn. Is dat ook uw ervaring en op welke wijze kan daar verandering, beter gezegd, verbetering in worden aangebracht? Wij hebben daar een suggestie voor.
De commissie Zorg, Welzijn en Wonen werkt vanuit de volgende kaders:
- De wil om goed in het leven te staan en het beste eruit te halen voor iedereen.
- De toegevoegde waarde van mensen met levenservaring als collectief geheugen.
- De inzet van vitale ouderen die essentieel is voor de huidige maatschappij.
- De beroepseer voor de werkzaamheden die men heeft uitgevoerd.
- Oudere werknemers kijken niet uit naar hun pensionering en voelen zich niet afgedankt als zij bij hun pensionering plaats maken voor jongere werknemers.
- De noodzaak om mensen hun hele leven te laten beschikken over de meest actuele basisvaardigheden op het gebied van taal, rekenen, financiën, gezondheid en vitaliteit.
- De wens van huidige generaties om een afwisselend levenspatroon te hebben en de behoefte van de mens om eruit te halen wat erin zit.
- Het ‘Wennen aan Thuis’ voor oudere werknemers moet via de cao’s gestimuleerd worden door leertrajecten in vrijwilligerswerk en door ruimte voor mantelzorg.
- Welzijn is een beter medicijn is dan de medicijnen in de zorg.
De commissie Zorg, Welzijn en Wonen roept oud-werkgevers en lid-organisaties op om met elkaar in overleg te gaan om de samen te werken aan een vorm van ambassadeurschap. De onderlinge banden aan te halen en op basis van wederkerigheid met elkaar afspraken te maken.
Door dat te doen kun je bereiken dat:
- de oud-werkgever met een andere blik kijken naar oud-werknemer (en andersom).
- Het uittreden bij de voormalige werkgever(s) niet abrupt gaat en dat er respect is voor wat men heeft gedaan.
- De oud-werkgever contact houdt met zijn met zijn gepensioneerde werknemers via berichtgeving en bedrijfsbulletins. Maar ook door bezoeken aan het bedrijf te organiseren en aanwezig te zijn bij bijeenkomsten van uw vereniging.
- De rol van de gepensioneerde als ambassadeur richting de oud-werkgever wordt gestimuleerd.
- De oud- werkgever aandacht besteedt aan de voorbereiding op het leven als gepensioneerde. Van de oud-werknemer mag worden verwacht dat ook hij daarin investeert.
- De oud-werknemer toegang houdt tot de educatieve pakketten die ter ondersteuning aanwezig zijn in de uitvoering van het beroep of gericht zijn op de toekomst als gepensioneerde.
- Dat u de sociale verantwoordelijkheid van uw oud- werkgever een ruime voldoende geeft.
Wij realiseren ons dat het niet altijd mogelijk is of dat het niet altijd zal lukken om op een positieve manier de banden te onderhouden tussen uw vereniging en de oud-werkgever. Met dank aan de Vereniging Gepensioneerden Rabobank kunnen wij u een hulpmiddel aanbieden.
Een zogenoemd Ambassadeursconvenant. U maakt hierin afspraken over de rol die de oud-werkgever vervult, maar zeker ook wat de oud-werknemers (uw leden) kunnen doen. Zo’n convenant kan worden toegesneden op uw situatie.
Samenwerken aan een goede verstandhouding. Niet alleen voor degenen die met pensioen zijn, maar ook voor degenen die nog niet met pensioen zijn.