Berichten uit kabinet en parlement over koopkracht, inkomen en AOW.
AOW-leeftijd
Op dinsdag 3 april jl. is een groot aantal moties in de Tweede Kamer in stemming gebracht. De moties die voortkwamen uit eerder overleg over pensioenen in de Commissie SZW over de AOW-leeftijd zijn helaas alle verworpen. Zoals bekend (zie ook de toetsingscriteria) zijn de seniorenorganisaties voorstander van een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd, maar daarvoor is dus geen kamer-meerderheid gevonden.
Koopkracht
Woensdag 11 april is in de Tweede Kamer gedebatteerd over de koopkracht en zijn diverse moties ingediend (stemmingen volgen later deze maand). Het hoofdthema was de al dan niet herkenbare welvaartsstijging in Nederland, respectievelijk van de gemiddelde Nederlander.
Basis voor het debat waren enerzijds Kamervragen, en anderzijds de reactie daarop van minister Koolmees (SZW). Zie de links onderaan dit artikel voor twee brieven van de minister.
Samengevat komt het er op neer dat minister Koolmees zelf nogal positief is over de koopkrachtontwikkeling. Daarbij heeft hij zelfs een theorie ontwikkeld, dat de eigenlijke koopkracht veel beter is dan volgens het CPB (en dus ook zijn eigen ministerie) tot nu toe wordt gemeld, omdat hij met name de verhoging van de zorguitgaven wil aanmerken als koopkrachtverbetering!
In het Financieel Dagblad staat een goede toelichting op dit verhaal met de kop: “Illusionist Wouter Koolmees ziet veel meer koopkracht dan hardwerkende Nederlander”.
Eveneens op woensdag 11 april is in de Financiële Commissie van de Tweede Kamer gesproken over een brief van minister Hoekstra (Financiën) over de vermogens- en inkomenspositie van ouderen (zie link onderaan het artikel).
Het ANP (en de NOS) hebben hierover bericht in een klein artikel met de nogal gekleurde kop
“Ouderen zitten er best warmpjes bij”. Deze kleuring werd overigens wel uitgelokt door de teneur in de brief van de minister. Hij betoogt dat de huidige generatie ouderen een gemiddeld betere inkomens- en vermogenspositie heeft dan de generatie van 10 jaar geleden, maar ook beter dan de huidige jongeren in Nederland, respectievelijk ouderen in het nabije buitenland. Hij vergelijkt dus generaties en niet de individuele inkomensontwikkeling!
Als slotzin wordt dan nog wel toegevoegd, dat het hier om gemiddeldes gaat.
Citaat van minister Hoekstra: “Natuurlijk gaan achter gemiddeldes ook verschillen schuil. Huishoudens met ouderen kunnen net zo goed een laag inkomen hebben of weinig vermogen. Het kabinet zal daarom oog blijven houden voor financieel kwetsbare groepen in de samenleving.”
Al met al probeert Financiën de discussie over koopkrachtplaatjes een kennelijk het kabinet passende wending te geven. Maar in de Tweede Kamer zitten diverse koopkracht-specialisten, en die zullen hierop vast goed kunnen reageren, zoals ook al is gebleken bij de behandeling van de brieven van minister Koolmees.
brief beantwoording Kamervragen door minister Koolmees (13-2)
kamerbrief minister Koolmees inz. welvaartstijging (6-4)
brief minister Hoekstra inz. inkomens- en vermogenspositie ouderen (9-4)