Rondetafelgesprek Wet Toekomst Pensioenen
De Tweede Kamer (althans de coalitie) wil vaart maken met de behandeling van het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen. Na een eerste schriftelijke vragenronde (waarvoor de Koepel Gepensioneerden samen met andere seniorenorganisaties input heeft geleverd) vinden een tweetal rondetafelgesprekken plaats. Daarin gaan de diverse pensioenwoordvoerders in gesprek met, zoals dat heet, ‘het veld’.
Op 22 april vond de eerste van die gesprekken plaats. Uitgenodigd waren toen deskundigen uit pensioenpraktijk en wetenschap. Opvallend daarbij was de stevige kritiek die te horen viel op de complexiteit van het wetsvoorstel en het hoge tempo waarin de Tweede Kamer een en ander wil afhandelen. De opvatting dat zorgvuldigheid boven snelheid zou moeten gaan, zeker bij een voorstel met grote gevolgen voor heel veel mensen, vond daarbij breed weerklank.
Komende week, op 10 mei, staat het tweede rondetafelgesprek gepland. Dan komen vertegenwoordigers aan het woord van de partijen die het pensioenakkoord dat aan de basis lag van het wetsvoorstel sloten (vakbonden en werkgevers dus). Maar ook vertegenwoordigers van de mensen die met het nieuwe pensioenstelsel te maken krijgen: jongeren, zelfstandigen zonder personeel en gepensioneerden. Namens de zogenaamde ‘Seniorencoalitie’ (waarbinnen de Koepel Gepensioneerden samenwerkt met ANBO, KBO-PCOB en NOOM) zal Koepel-voorzitter John Kerstens bij die gelegenheid het woord voeren.
Namens de gezamenlijke seniorenorganisaties zal ook hij daarbij voor zorgvuldigheid pleiten. Het position paper dat de Seniorencoalitie voor het rondetafelgesprek indiende, zegt daar het volgende over:
De Seniorencoalitie drukt de Tweede Kamer op het hart om bij deze majeure operatie zorgvuldigheid voor snelheid te laten gaan. Bij een recent door het vakblad PensioenPro georganiseerd webinar onderschreef twee derde van de meer dan 500 (deskundige) deelnemers de stelling ‘De wet is te complex, laat belangrijke problemen liggen en houdt geen rekening met extreme economische situaties.’
Een standpunt dat in het onlangs door de Tweede Kamer georganiseerde rondetafelgesprek met deskundigen uit pensioensector en wetenschap door meerderen van hen in wisselende bewoordingen werd herhaald. Het onvoldoende doordacht invoeren van het wetsvoorstel in z’n huidige vorm kan leiden tot ongelukken en een stroom aan juridische procedures. Het is aan het parlement dat te voorkomen en haar rol (en verantwoordelijkheid) als medewetgever èn volksvertegenwoordiging serieus op te pakken. In dezen is een verwijzing naar het vorig jaar verschenen eindrapport van de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties (de ‘commissie Bosman’) op zijn plaats. Na de diverse affaires waarvan de laatste jaren bij de uitvoering van complexe wetgeving sprake is geweest, dient een nieuwe affaire met alle ellende voor mensen van dien voorkómen te worden. Die zou immers niet alleen het vertrouwen in het pensioen, maar ook in de politiek aanzienlijk (verder) beschadigen.
Uiteraard wordt in het position paper vooral ook ingegaan waarom de Koepel Gepensioneerden en haar collega-organisaties vinden dat het wetsvoorstel in zijn huidige vorm niet moet worden ingevoerd en op welke punten aanpassing nodig is. Dan gaat het uiteraard over de steeds naar voren gebrachte punten koopkracht, een eerlijke overstap en voldoende zeggenschap. Voorzitter John Kerstens: ‘Het kabinet heeft het idee dat men er is met het allemaal nòg een keer uitleggen, maar dan beter. Maar dat gaat ‘m niet worden. Wat nodig is, zijn echte verbeteringen. Daar zetten we op in.’
Het volledige position paper ‘Zonder verbetering geen draagvlak Wet Toekomst Pensioenen’ vindt u hier.