Koepel mede-ondertekenaar Convenant Contant Geld
Nu steeds meer betalingen elektronisch verlopen, staat de distributie van biljetten en munten onder druk omdat de daling van de kosten van de chartale keten geen gelijke tred houdt met de afname van het aantal contante betalingen. Daarom heeft DNB de afgelopen maanden, samen met 21 andere organisaties die betrokken zijn bij het betalingsverkeer, afspraken voor met betrekking tot de beschikbaarheid en de acceptatie van contant geld voorbereid.
Deze inspanningen, waaraan namens de Koepel Gepensioneerden de heer Cees van Tiggelen intensief heeft meegewerkt, hebben geresulteerd in een ‘Convenant Contant Geld’. Het doel van deze afspraken is dat mensen die nog steeds met contant geld willen betalen dit ondanks de voortschrijdende digitalisering van het retailbetalingsverkeer kunnen blijven doen.
Koepelvoorzitter John Kerstens heeft afgelopen donderdag bij de DNB namens onze vereniging het convenant ondertekend. “Banken en winkels willen wellicht zo snel mogelijk van contant geld af, maar het is voor veel mensen (waaronder zeker ook senioren) nog steeds de handigste manier om te betalen. Dit convenant zorgt dat dat ook straks nog kan. We hebben afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van geldautomaten, een acceptatieplicht van winkeliers en het niet in rekening brengen van allerlei kosten door banken. En dat is mooi nieuws” aldus de heer Kerstens.
Als onderdeel van het Convenant hebben het ministerie van Financiën en DNB toegezegd om in 2022 een extern, onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren. Dit onderzoek zal ingaan op de verschillende opties, met elk hun voor- en nadelen, om de chartale keten in de toekomst te bekostigen en aan te sturen. Op basis van dit onderzoek zal de minister van Financiën een voorstel doen aan de Tweede Kamer over een eventuele aanpassing van de marktordening van de chartale keten.
DNB zal de convenantafspraken monitoren en hierover periodiek rapporteren aan het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer.
Zie ook het persbericht van DNB en de brief aan het Ministerie van Financiën.